B-Classic - Seismic

productie: B-Classic
coproductie: Ictus, Oester, Botanique, Concertgebouw Brugge & Per Podium
concept & regie:
Aïda Gabriëls
gecreëerd met en uitgevoerd door: Maria W. Horn, Aisha Orabayeva (viool), Victor Guaita (altviool), Geert De Bièvre (cello), Nabou Claerhout (trombone), Ruben Orio (beweging & percussie) en Matteo Sedda (beweging & percussie)
dramaturgie: Tom Pauwels

Deze productie kwam tot stand met de steun van de Vlaamse Gemeenschap en de Tax Shelter-maatregel van de Belgische Federale Overheid

Regisseur Aïda Gabriëls nodigt componist-organist Maria W. Horn,  Ictus ensemble en een danser uit voor een langgerekte performance waarin het publiek wordt ondergedompeld in een stroom van geluid, beeldende kunst, licht en beweging. De traagheid, de ritualisering van het concert en de geleidelijke invasie van de klankruimte door een atypisch kwintet – strijktrio, trombone en analoge synthesizers – creëren wat Horn “auditieve monolieten” noemt. Voor Aïda Gabriëls onthult muziek pas haar diepste impact wanneer ze wordt beschouwd als een kunst in de ruimte, eerder dan in de tijd. Van dat punt af is alles mogelijk. Traagheid betekent geen gelukzaligheid. Het exploreren van de korrel van het geluid is niet de harmonie der sferen. Er schuilt gevaar. Het klanklandschap toont barsten, verbrokkeling, gelaagdheid en een van oorsprong seismische aard: zodra we bepaalde drempels overschrijden, betreden we een zone van hoge turbulentie.

SEISMIC herdenkt de muzikale ruimte als een lichamelijk, instabiel landschap. De grenzen tussen disciplines worden vloeibaar: beweging versmelt met geluid, geluid met beeld, licht met waarneming. De concertzaal zelf wordt een veld van transformatie waarin klank, licht en lichaam zich vervormen tot één pulserende materie. Het publiek wordt niet slechts toeschouwer, maar bewoner van een ecosysteem in voortdurende flux.

Naarmate de voorstelling vordert, verschuift de waarneming. Aanwezigheid en vervluchtiging, structuur en instorting, wisselen elkaar af. Betekenis ontstaat niet uit vorm, maar uit ervaring – in de onmiddellijke confrontatie tussen performers, ruimte, klank en bezoekers. Wanneer alles begint te trillen, verankert muziek zich niet langer in de tijd, maar in het hier en nu van de ruimte.